Primula

Primula

Ja, Primula’s zijn vrolijke voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten

Met deze Primula’s bedoelen we de vroegbloeiende ‘stengelloze sleutelbloemen’ die we nu volop bloeiend aanbieden. Het ‘stengelloze’ in de naam slaat op de bloemsteeltjes die vaak heel kort zijn – dat wisselt per ras. De bloemen liggen soms vlak boven het groene blad en vormen daarmee een iets bolle, platte zode. De Duitsers noemen deze planten daarom ‘Kissenprimel’: kussenprimula’s. Omdat ze zo vroeg bloeien noemen de Engelsen ze ‘Primroses’. Van ‘primus’ voor vroegste of eerste; met rozen hebben ze niets te maken. De naam ‘sleutelbloem’ is al heel oud. In een boek uit 1554 wordt de ‘sluetelbloem’ (zo geschreven) al genoemd. Gedacht wordt dat men vond dat de omgebogen bloem iets had van een sleutelbaard, maar zeker is dat niet. In het Frans worden de planten Primevère acaule genoemd. Daar klinkt iets in door als ‘de echte eerste’. Als dat de oorsprong is, zou de naam dus met de zeer vroege bloei te maken hebben.

De polvormende planten worden bloeiend meestal niet hoger dan zo’n 10 à 15 cm. Stengelloze sleutelbloemen komen oorspronkelijk voornamelijk uit de natuur van Zuid- en Zuidwest-Europa (Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, vooral uit de Pyreneeën, maar ze zijn te vinden tot in Griekenland en zelfs nog verder: in Turkije en Iran). Vroeger werd deze soort (en nu soms nog wel) Primula acaulis genoemd, maar de juiste naam van de soort is nu Primula vulgaris. De kweekvormen worden nog wel vaak Acaulis-hybriden genoemd of Primula’s uit de Acaulis Groep.

Vrolijke voorjaarskleur uit de hoge Pyreneeën
Deze sleutelbloemen bloeien ook in hun natuurlijke omgeving – o.a. berghellingen en vochtige dalen – al heel vroeg in het jaar (maart-april). De wilde soort (er zijn verschillende ondersoorten) heeft witte tot gele bloemen. Al snel na de sneeuw kun je er in de Pyreneeën hele velden van zien bloeien. De tientallen gekweekte hybridenrassen vertonen ook allerlei andere, vrolijke en dikwijls ook warme kleuren: rood, roze, bruinrood, blauw, lila, wit en natuurlijk ook tal van gele tinten, van okergeel tot citroengeel. Maar één kenmerk hebben ze allemaal: iedere bloem heeft een stervormig, warmgeel hartje. Daar moeten de bestuivende insecten naar toe worden gelokt. In de natuur zijn dat zo vroeg in het jaar vooral hommels die met hun zachte, harige vachtje al bij lage temperaturen kunnen uitvliegen vanuit hun ondergrondse holletjes.

Voor kamer en tuin
Stengelloze sleutelbloemen bloeien rijk, maar ze geuren niet. Kennelijk hebben ze dat niet nodig om te overleven. Omdat het eigenlijk bosplanten zijn, hebben ze niet veel zon nodig. Lichte schaduw vinden ze prima, dus zijn ze ook heel geschikt om op een niet te donkere plek in huis te zetten. Zet een paar van deze planten in een lage, brede pot of schaal en je fleurt er je hele kamer mee op. Als ze na een paar weken zijn uitgebloeid, kun je ze gewoon in de tuin planten. Plant ze beschut tussen struiken in niet te droge grond. Zo groeien ze in de natuur ook. Deze Primula’s zijn volkomen winterhard. Vroeger golden de kweekvormen ervan zelfs als de belangrijkste tuinprimula’s.

Primula’s komen vooral in Azië, Europa en Noord-Amerika voor
Het zijn planten van het noordelijk halfrond. Er zijn wel 350 soorten die heel verschillend kunnen zijn, ook qua groeiomstandigheden. Maar hun bloemen hebben altijd vijf kroonblaadjes. De groene bladeren van de stengelloze sleutelbloemen waar het hier om gaat, zijn opvallend sterk en kreukelig gerimpeld. De bladvorm is langwerpig eirond.

Verzorging
Als de planten te droog staan, kan het blad verbruinen, maar te veel water is ook niet goed. Als je de planten water hebt gegeven, moet je het doorlekkende water dat onderin de sierpot blijft staan, even afgieten. Dat voorkomt wortelrot. Daarom is een pot met een losse onderschotel heel geschikt voor sleutelbloemen. Giet met lauwwarm water. Als het gietwater te kalkrijk is, kan dat vergeling van het blad veroorzaken. Regenwater is ideaal. Giet niet op de plant, maar op de grond onder de bladeren. Dat lukt het beste met een gieter met een lange, smalle tuit. Te veel warmte en te droge kamerlucht verkorten de bloeitijd. Je kunt uitgebloeide bloempjes het beste meteen verwijderen zodra je ze ziet. Dan bloeien je planten beter door.

TIP: Deze Primula’s staan niet alleen heel vrolijk in de kamer, maar gaan ook in de tuin goed samen met plantensoorten zoals Anemone hupehensis, Anemone nemorosa, Brunnera, Aquilegia alpina, Pulmonaria, Tiarella en Polystichum. Je kunt dus naar hartelust combineren.

Kijk ook eens naar de volgende berichten:

tuintips
'Lekker' najaar: Deze groenten kun je kweken in de herfst en winter​!

Jazeker: Je kunt ook in de herfst en winter volop genieten van verse, zelfgekweekte groenten! Wij vertellen je welke...

Lees meer...
Helleborus niger 'Christmas Carol'

Tijdens de donkere dagen schitteren de liefelijke witte bloemen van de Helleborus niger 'Christmas Carol'. De plant blijft compact met frisse groene blaadjes en veel bloemknoppen. Bij GroenRijk staat deze winterse sfeermaker nu voor je klaar.

Licht in de duisternis

In het seizoen waarin weinig planten bloeien, pakt de Helleborus juist het podium. Daarom is dit dan ook een populaire plantensoort. De eerste soorten, zoals de Helleborus...

Lees meer...
Bergthee: groenrode kameleon

Gaultheria procumbens heeft een opvallende verkleuring in je herfst- en wintertuin. De bladeren gaan van frisgroen naar dieprood en tot diep in de winter geeft ze je veel felgekleurde besjes. Geniet maandenlang van de kleuren van deze superbodembedekker!


Winterwonder

Oorspronkelijk groeit bergthee of Gaultheria procumbens in bosrijke gebieden in Noord-Amerika. Deze
laagblijvende heester bloeit in juni en juli met kleine...

Lees meer...