Ja, dit lampenpoetsersgras heeft een compacte groei en is zeer rijk bloeiend
Siergrassen zijn fantastisch mooi en beleven al enkele jaren een ware zegetocht in tuinen en parken. Ze combineren heel goed met zowel heesters als vaste planten. Hun succes heeft alles te maken met de vraag naar een beplanting waarin meer valt te beleven dan alleen maar vorm en kleur. Siergrassen zijn niet statisch. Ze bewegen, maken een zacht, ruisend geluid in de wind, de meeste hebben een hoge aaibaarheidsfactor en ze passen in iedere tuin. Altijd. Heel mooi zijn ze in een prairie-achtige, zonnige, bloemrijke tuin of border. Ze werken uiterst rustgevend, zeker als de wind er doorheen golft en er ritmische patronen in de planten ontstaan. Als de golven van de zee. Schitterend. Het kan, ook in jouw tuin. Zeker met Pennisetum alopecuroides ‘Hameln’, het sierlijke en al vroeg en fantastisch roodbruin bloeiende, ideale, middelhoge lampenpoetsersgras.
Prachtige planten
Pennisetum is een fors grassengeslacht met tientallen soorten die onder andere uit Japan en de Himalaya, Australië en Oost-Afrika stammen. Het echte, meerjarige lampenpoetsersgras (ook wel borstelveergras genoemd – Pennisetum alopecuroides) stamt uit Japan, Korea en de Filippijnen. De naam lampenpoetsersgras is ontstaan doordat de prachtige, zachte, borstelige bloeipluimen vroeger in Oost-Azië werden gebruikt om de glazen kappen van de olielampen mee schoon te poetsen of te borstelen. De oorspronkelijke soort vormt grote, koepelvormige pollen met sierlijk overhangende, lange, smalle, bronsgroene bladeren. Die plant wordt ongeveer 90 cm hoog. De in Duitsland gewonnen cultivar ‘Hameln’ blijft iets kleiner – maximaal 70 cm hoog – maar veel mensen vinden hem nog mooier omdat de vele bloeipluimen, die inderdaad wel wat op fijne, borstelige flessenragers lijken, niet geelbruin zijn, maar roodbruin. Ze verschijnen vanaf juli t/m september, vroeger dan bij de soort. Als de herfstzon door de bloeiaren schijnt, vlammen ze in dat lage licht ragfijn op. Een adembenemend gezicht! En dat boven die massa fijne bladeren die in de herfst lichtbruin kleurt. Ze verdrogen vervolgens en blijven de hele winter aan de plant. Dat is opnieuw een geweldig gezicht als de vorst er een glinsterend laagje rijp op heeft afgezet. Daarom moet je de oude stengels pas in het vroege voorjaar afknippen als de nieuwe scheuten op het punt staan te verschijnen. ‘Hameln’ is overigens uitstekend winterhard.
Uiterst eenvoudige verzorging
Lampenpoetsersgrassen, dus ook ‘Hameln’, houden van open plekken in de volle, warme zon. Hun wortels beschermen ze zelf wel tegen uitdroging door de blader‘rok’ die er overheen hangt. Regenwater wordt door diezelfde bladeren bovendien voor een deel naar het hart van iedere plant en dus naar de wortels geleid. Water geven is dus niet zo gauw nodig, deze grassen verdragen aardig wat droogte. De grond moet wel goed doorlatend en redelijk voedselrijk zijn. Geef in het vroege voorjaar, nadat je het oude blad hebt weggeknipt, een goede organische basisbemesting met bijv. compost, gedroogde koemest of wat beendermeel. ‘Hameln’ is een prachtige solitair, maar als je ze in groepen plant zijn ze nog indrukwekkender. Plant er dan vijf per vierkante meter.
Mooie combinaties
Het lampenpoetsersgras ‘Hameln’ gaat schitterend samen met borderplanten zoals sierdistels, Liriope, Miscanthus, Stipa, de bronskleurige reuzenvenkel (Foeniculum vulgare ‘Giant Bronze’) die zichzelf uitzaait, Verbena bonariensis., Echinacea en Agastache. Maak er een feest van kleur van!
TIP
De gedroogde pluimen van Pennisetum alopecuroides ‘Hameln’ zijn ook prachtig in bloemarrangementen en droogboeketten.
In kort bestek
Het prachtige lampenpoetsersgras Pennisetum alopecuroides ‘Hameln’ vormt een sierlijke, ruisende en ritselende bladerheuvel tot 70 cm hoog, met daar bovenuit vanaf juli roodbruine, borstelige, flessenragerachtige bloeipluimen die sierlijk wuiven in de wind. Deze robuuste plant is fraai als solitair, maar ook schitterend in groepen en tussen andere borderplanten. Goed winterhard, voor zon en goed doorlatende grond.
