De woorden ‘beestjes’ en ‘plaag-vrij’ gaan wellicht niet meteen hand in hand, maar het is toch écht zo dat sommige beestjes en insecten júist helpen om ziekten en plagen uit je tuin te houden. Lees verder voor meer tips om deze nuttige tuinhulpjes naar je tuin te lokken, of vraag onze medewerkers naar meer informatie op het Groen Klimaatplein.
Wat zijn nuttige tuinhulpjes?
Je hebt het misschien niet meteen door, maar er zijn verschillende insecten en vogels die een belangrijke functie kunnen hebben in jouw tuin! Bijvoorbeeld:
- Lieveheersbeestje: de larve van een lieveheerstbeestje kan maar liefst 100 bladluizen per dag oppeuzelen. Een volwassen lieveheersbeestje eet er zo’n 50 per dag. Ook bladvlooien, keverlarven en mijten zijn een feestmaal voor het lieveheersbeestje. DOor voldoende overwinteringsplekken in de tuin te bewaren, help je het lieveheersbeestje voldoende schuilplaatsen te vinden. Zo kun je denken aan afgestorven bloemhoofden en stengels, bladafval en snoeihout. Iets minder opruimen zorgt voor meer lieveheersbeestjes en minder plagen! Win-win!
- Merel: ook de merel is een heel nuttig tuinhulpje. Zo eet de merel slakken en voedt ze haar jongen met rupsen en larven. Je lokt de merel naar jouw tuin door bladeren te laten liggen in de herfst, door fruitbomen en bessenstruiken te planten, of door een klimplant tegen de muur te zetten.
- Sluipwesp: deze legt zijn eitjes in een ander insect zoals een bladluis. Zodra de larve uitkomt eet deze de bladluis op. Je lokt de sluipwesp naar de tuin door verschilllende soorten keukenkruiden te planten. Naast bladluis bestrijdt dit nuttige beestje ook rupsen van bijvoorbeeld de fruitmot.
- Kikker: deze geniet van verschillende soorten insecten, spinnen, rupsen én slakken. Een fijne schuilplaats voor de kikker is dichtbegroeid en vochtig. Als je hier meer plaats voor wilt creëren in de tuin kun je denken aan hoog gras, een composthoop, of een takkenwal.
- Zweefvlieg: in slechts 2 weken tijd kunnen de larven van de zweefvlieg maar liefst honderden bladluizen opeten. Je lokt de zweefvlieg naar de tuin met nectarrijke bloemen zoals boekweit, phacelia en korenbloem.
- Kameelhalsvlieg: de larven van de kameelhalsvlieg houden van bladluizen, mijten, stofluizen en springstaarten. Door houtige en schorsdragende planten lok je dit tuinhulpje naar de tuin.
- Gaasvlieg: maar liefst 300 tot 500 bladluizen eet de larve van de gaasvlieg. Als je een nectarrijke tuin hebt eet deze ook mijten, bladvlooien en schildluizen.
- Oorwurm: bladluizen, mijten en larven van insecten zijn allemaal brandstof voor de oorwurm. Een ‘oorwurmpotje’ is de meest geliefde schuilplaats voor dit tuinhulpje. Deze maak je door een bosje hooi samen te binden en in een terracottapotje te stoppen.
Zo lok je nuttige tuinhulpjes naar jouw tuin!
Voor de natuurlijke balans in de tuin is het belangrijk dat er variatie is aan de planten in de tuin. Een combinatie van bloeiende bloemen en besdragende struiken zorgt er bijvoorbeeld al voor dat verschillende beestjes voeding en schuilplekken kunnen vinden in de tuin. Hoe meer variatie, hoe beter de tuin in evenwicht is. Met deze kennis kun je de kleine beestjes koesteren en zul je versteld staan van wat ze voor jouw tuin kunnen betekenen!